Grondslagen en uitgangspunten
Uitvoeringslasten in één keer goed
In de Zomernota van vorig jaar heeft uw raad besloten om de (centrale) overhead onder één product te verantwoorden. Belangrijke redenen hiervoor waren het voldoen aan wettelijke voorschriften en het op één plek verantwoorden van de overhead. In dezelfde Zomernota is ook aangegeven dat de wettelijke voorschriften verder gaan dan alleen het centraal stellen van de overhead. Volgens de wettelijke definitie vallen ook leidinggevenden en bijvoorbeeld secretariële ondersteuning onder overhead. Destijds was de conclusie dat we meer tijd nodig hadden om systemen en werkwijze aan te passen om dit zorgvuldig te doen.
Inmiddels is helder welke aanpassingen gedaan moeten worden. Hiermee kunnen we niet alleen de begroting op een goede manier opladen, maar ook gedurende het jaar de werkelijke kosten in één keer vanuit bronsystemen juist verantwoorden. De financiële betekenis van deze verandering is dat in de programmabegroting meer lasten als overhead gelabeld gaan worden. Dit wordt onder andere veroorzaakt doordat vanaf 1 januari de managers en ondersteuning binnen primaire processen ook als overhead verantwoord moeten worden.
Areaalontwikkeling inwoners en woningen
In het financieel beeld houden we rekening met de ontwikkeling van de woningbouw en de aantallen inwoners. Hiervoor gebruiken we cijfers van Onderzoek en Statistiek en het programma Wonen. Deze aantallen worden onder meer gebruikt in de ramingen van het gemeentefonds en de belastingopbrengsten.
Aantal woningen per 1-1 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
---|---|---|---|---|---|
Bestaande stad | 400 | 130 | 275 | 275 | 275 |
Waalfront | 350 | 120 | 150 | 150 | 150 |
Waalsprong | 450 | 650 | 700 | 700 | 700 |
Totaal | 1.200 | 900 | 1.125 | 1.125 | 1.125 |
Verschil t.o.v. stadsbegroting 2018 | 200 | -300 | -75 | -75 | 1.125 |
Door voornamelijk versnellingsprocedures is de prognose dat er in 2018 meer woningen worden opgeleverd. Deze prognose is gebaseerd op de plannen van begin 2018. In de zomernota 2019 zal de prognose worden geactualiseerd.
Aantal inwoners per 1-1 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
---|---|---|---|---|---|
Aantal inwoners per 1-1 | 176.000 | 177.000 | 178.100 | 179.200 | 180.100 |
Toename t.o.v. stadsbegroting vorig jaar | 1.400 | 1.400 | 1.400 | 1.400 |
De reeks van het aantal inwoners is naar boven bijgesteld. Dit wordt veroorzaakt door een hogere aanwas van het aantal inwoners in 2017.
Indexeringen
Op grond van de cijfers uit het Centraal Economisch plan van het Centraal Plan Bureau (CPB) d.d. 22 maart 2018 komen we tot de volgende indexeringspercentages:
Indexeringspercentages | loonsom | materiële lasten | Inflatie (CPI) | Gemeentelijke tarieven | T.b.v. subsidies |
---|---|---|---|---|---|
Verwachting 2019 | 3,50% | 2,10% | 2,40% | ||
Nacalculatie 2018 | 0,20% | 0,00% | 0,10% | ||
Indexeringspercentage 2019 | 3,70% | 2,10% | 2,50% | 3,17% | 3,17% |
Rente
In de Zomernota 2016 zijn de gehanteerde rekenrentes neerwaarts bijgesteld vanwege de veranderende regelgeving op dit onderdeel. Voor de komende jaren verwachten we dat de rente laag blijft. Het Besluit Begroting en Verantwoording verplicht ons om een rekenrente te hanteren die in lijn ligt met de werkelijk door ons te betalen rente. We zijn daarom genoodzaakt de rekenrente verder te verlagen naar 1,25% en voor de externe rente de in de onderstaande tabel opgenomen rentes te hanteren.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|
Rekenrente: | ||||
- Inzet van reserves en voorzieningen | 1,25% | |||
- Doorberekening aan investeringen | 1,25% | |||
- Rekenrente voor planexploitaties (projectfinanciering) | 2,00% | |||
Langlopende leningen | 1,25 % | 1,25% | 1,25% | 1,25% |
Kortlopende leningen | 0,50% | 0,75% | 1,00% | 1,25% |