De veiligheid van de burger raakt aan de kernwaarden van onze rechtsstaat. Zonder veiligheid is er immers geen plaats voor vrijheid, gelijkwaardigheid en solidariteit. De zorg voor lokale veiligheid rust op drie pijlers. De eerste: een actieve burger die verantwoordelijkheid wil nemen voor zijn eigen veiligheid en die van zijn omgeving. De tweede: een lokaal bestuur dat regie neemt, kaders stelt en partijen bij elkaar brengt. De derde: informatie- en netwerksturing om preventief en effectief optreden mogelijk te maken. Dat draagt bij aan een stad waarin burgers zich in hun woon- en werkomgeving en op straat veilig voelen.
Hiermee realiseren we een inclusief concept voor veiligheidsbeleid, waarbij het in de kern draait om het organiseren van vertrouwen als belangrijke steunpilaar onder de maatschappelijke samenhang en cohesie in onze stad. Aldus sluiten we aan op de ambities in ons coalitieakkoord voor onze opgaven: ‘een sociale stad blijven’, ‘bouwen aan een aantrekkelijke stad’ en ‘moderne overheid’.
Wat willen we het komend jaar bereiken?
Aanpak ondermijningscriminaliteit
Veel vormen van criminaliteit worden steeds complexer en hardnekkiger van aard, vaak met ingewikkelde financiële constructies en verwevenheid met legale structuren. Ook de integriteit van het openbaar bestuur is hier kwetsbaar. In Nijmegen zijn we de afgelopen jaren volop bezig geweest met de aanpak van ondermijning in aandachtsgebieden met bijzondere doelgroepen – met name met integrale interventies op woonwagenkampen en op autosloopbedrijven op industrieterreinen. Gelet op de actuele ontwikkelingen zal de komende jaren aandacht nodig zijn voor het bestrijden van hennepteelt, mensenhandel en andere vormen van georganiseerde criminaliteit met een hoog maatschappelijk afbreukrisico.
Daarbij is het ook nodig om waakzaam te zijn voor misbruik van onze gemeentelijke producten en diensten, om te voorkomen dat georganiseerde misdaad de bovenwereld weet te vinden en we via inschrijvingen, vergunningen, contracten en grond- en vastgoedtransacties misstanden faciliteren, zoals: arbeidsuitbuiting (onderbetaalde buitenlandse werknemers, vaak uit Oost-Europa), seksuele uitbuiting (gedwongen prostitutie), zorgfraude, maar ook: criminele uitbuiting (mensen die bedreigd of afgeperst worden om criminele diensten te verlenen, bijvoorbeeld: het faciliteren van hennepteelt, het meewerken aan witwasconstructies of gedwongen vastgoedtransacties).
Fysieke veiligheid
Met het door de Raad begin 2016 vastgestelde Plan van Aanpak Fysieke Veiligheid 2016-2018 zijn de kaders voor een betere verantwoordelijkheidsverdeling ten opzichte van burgers en ondernemers vastgelegd. We zullen ons moeten realiseren dat de aanpak van fysieke veiligheid de komende jaren gelaagder gaat worden. Dat heeft enerzijds te maken met de toenemende rol van burgerbetrokkenheid bij risicobeheersing in de fysieke ruimte. En anderzijds staan er veel innovatieve ontwikkelingen aan te komen. Digitalisering van werkprocessen en het gebruik van ‘big data’ daarbij maken preventieve interventies niet alleen gemakkelijker en slimmer, maar stellen ook andere eisen aan overheidsoptreden in relatie tot de brand- en constructieve veiligheid van woningen en bedrijfspanden. Dat geldt ook voor de invloed van het internet en de kansen die dit biedt om burgers bewust, bekwaam en weerbaar te maken als het gaat om risicobeheersing in de fysieke ruimte. Dit betekent eveneens dat we onze inspanningen om in de opdrachtverlening aan Veiligheidsregio (VRGZ) en Omgevingsdienst (ODRN) risicosturing steeds meer centraal te stellen blijven voortzetten. Hiervoor is het nodig om in 2019 het Plan van Aanpak Fysieke Veiligheid te vernieuwen.
Sociale veiligheid
Bij dit onderdeel van ons veiligheidsbeleid staat de persoons-, systeem- en gebiedsgerichte aanpak van veelvoorkomende criminaliteit en ernstige overlast centraal. Dat doen we in het Veiligheidshuis, in de Veiliger Wijkteams en via bijzondere handhaving in aandachtsgebieden. In 2019 ligt er een nieuw meerjarenbeleidskader Integrale Veiligheid, waarin we ook beschrijven hoe we in de huidige bestuursperiode invulling geven aan onze aanpak van sociale veiligheid en welke thema’s daarbij bijzondere aandacht krijgen.
In 2019 vragen in elk geval alvast twee thema’s onze specifieke aandacht, niet alleen vanwege een hoog maatschappelijk afbreukrisico, maar ook omdat we tot op heden in de netwerksamenwerking nog niet echt het gewenste resultaat bereiken. Dan gaat het om de continuïteit van zorg voor mensen met een ernstig psychische aandoening (de zogeheten EPA-doelgroep). En daarnaast gaat het om de systeemgerichte en multidisciplinaire aanpak van structurele (on)veiligheid. Denk hierbij bijvoorbeeld aan situaties rondom huiselijk geweld.