De ontwikkeling van de kapitaallasten is hieronder in tabelvorm weergeven. We gaan uit van de primitieve begroting en nemen technische aanpassingen mee die leiden tot het beschikbare budget voor kapitaallasten in de Stadsbegroting.
Om de ruimte voor nieuwe investeringen te kunnen bepalen, hebben we een meerjarige doorrekening gemaakt van het beschikbare budget voor kapitaallasten en de doorrekening van benodigde kapitaallasten op basis van de beschikbaar gestelde kredieten, gerealiseerde investeringen en een investeringsbedrag van € 11,9 miljoen. Dat geeft het volgende beeld.
Kapitaallasten (bedragen * € 1 mln.) | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand Primitieve Begroting | 37,3 | 38,1 | 42,3 | 40,8 | 40,8 | 40,8 | 40,8 | 40,8 | 40,8 |
Effecten vanuit | |||||||||
Verlaging rente percentage | -5 | -5,5 | -5,5 | -4,5 | -4,1 | -3,8 | -3,3 | -3,0 | -2,6 |
Areaaluitbreidingen Woningen | 0,1 | 0,3 | 0,5 | 0,6 | 0,8 | ||||
Areaaluitbreiding Niet-Woningen | 0,4 | 0,8 | 1,2 | 1,6 | 2,0 | ||||
Totaal Beschikbaar | 32,3 | 32,6 | 36,8 | 36,3 | 37,2 | 38,1 | 39,2 | 40,0 | 41,0 |
Benodigde Kapitaallasten | 32,3 | 33,9 | 37,1 | 36,9 | 37,3 | 37,3 | 36,8 | 36,8 | 36,1 |
Verschil | 0 | -1,3 | -0,3 | -0,6 | -0,1 | 0,8 | 2,4 | 3,2 | 4,9 |
De laatste regel laat het verschil zien tussen beschikbaar en benodigd budget en toont een beperkt negatief beeld. Ervaring leert dat de doorlooptijd van de realisatie van investeringen afwijkt van de oorspronkelijke planning en dat daarmee de kapitaallasten ook pas later ten laste van de begroting komen. Daardoor verwachten we dat dit beeld naar de toekomst zal verbeteren. Het verschil tussen beschikbaar en benodigd budget ramen we in de Stadsbegroting op een stelpost.
In bovenstaande berekening is rekening gehouden met diverse effecten. Er is rekening gehouden met nieuwe investeringen voor een bedrag van € 11,9 miljoen. Daarnaast hebben we rekening gehouden met wijzigingen die in 2017 hebben plaatsgevonden en hanteren daarbij als peildatum 1 januari 2018. Tot slot hebben we niet meer aanwezige activa afgeboekt. Dit betreft aanpassingen aan panden (o.a. inzake brandveiligheid) die onterecht nog in de activa-administratie zijn achtergebleven na sloop en/of verkoop.
Bovenop het bedrag van € 11,9 miljoen komt daarmee oor nieuwe investeringen in 2022 een totaalbudget beschikbaar van € 12,8 miljoen; totaal een bedrag van € 24,7 miljoen. De ruimte van € 12,8 miljoen is als volgt berekend. De totaalregel laat het verschil zien tussen het beschikbare budget en wat nodig is voor kapitaallasten; in 2023 is dat € 0,8 mln. Anders gezegd: als we in 2022 een bedrag van € 12,8 mln. uitgeven aan nieuwe investeringen, leidt dat bij een rentepercentage van 1,25% en een gemiddelde afschrijvingsduur van 20 jaar tot € 0,8 mln. aan kapitaallasten vanaf 2023.