Begroting 2019 Gemeente Nijmegen

Financiën

Veranderingen in de begroting

Overzicht veranderingen in de begroting

bedragen * € 1.000

 2019

 2020

 2021

 2022

GF: financieel beeld 22 maart

4.326

4.886

4.843

6.100

Verlagen groeipad saldireserve

16.000

14.000

12.000

10.000

Taakstelling ambtelijke organisatie

500

500

500

Verlaging OZB niet woningen

-425

-900

-1.375

Terugkerende meldingen - startersleningen

-110

-110

-110

-110

GF: financieel effect meicirculaire

2.173

1.380

678

1.041

GF: reservering gemeentefonds zorg en welzijn

2.394

2.394

2.394

GF: nieuwe taakmutaties mei

2.021

1.641

1.860

1.380

GF: taakmutatie Basisregistratie personen

-48

-51

-51

-51

GF: taakmutatie participatiebudget

-1.625

-1.309

-1.528

-1.347

Begrotingseffect stelpost Openbare ruimte

112

100

10

-480

Begrotingseffect toevoeging kapitaallasten Niet-Woningen

-426

Begrotingseffect toevoeging kapitaallasten Woningen

28

25

3

-120

OZB inkomsten a.g.v. niet-woningen

851

OZB inkomsten a.g.v. woningbouw

-40

-120

-30

420

Treasury: aanpassing rekenrente

2.462

3.540

3.729

3.567

Treasury: doorwerking verlaging reken rente op riooltarief

-150

-150

-150

-150

Verruiming investeringsruimte met € 20 miljoen

0

0

-625

-1.250

Doorrekenen uitgangspunten

-216

-298

-352

-293

Totaal

24.933

26.003

22.270

20.652

GF financieel beeld  22 maart 2018
Op 22 maart heeft uw raad een brief gekregen met daarin het financieel beeld op basis van de septembercirculaire 2017 van het gemeentefonds en de effecten op het gemeentefonds vanuit het regeerakkoord Rutte III.

Verlagen groeipad saldireserve
In de coalitieakkoord is opgenomen dat de coalitiepartijen een groeipad van de saldireserve willen die ruim hoger is dan de ontwikkeling van het risicoprofiel. De eerdere geprognosticeerde ontwikkeling van de saldireserve maakt het mogelijk om het groeipad te verlagen. Met deze verlaging van het groeipad worden de financiële effecten die opgenomen zijn in het coalitieakkoord opgevangen.

Taakstelling ambtelijke organisatie
Vanaf 2010 heeft Nijmegen voor een forse bezuinigingsopgave gestaan. Van deze opgave is een belangrijk deel op de ambtelijke organisatie terecht gekomen. Inmiddels is deze bezuinigingsopgave zo goed als ingevuld.
In het coalitieakkoord is aangegeven dat de partijen het belangrijk vinden dat de ambtelijke organisatie continue bezig is met het verbeteren en efficiënter maken van de uitvoering. Daarom is de ambtelijke organisatie een taakstellende inverdienopdracht opgelegd van € 0,5 miljoen vanaf 2020.

Verlaging OZB niet-woningen
De coalitiepartijen  verlagen de onroerende zaakbelasting voor bedrijven. Vanaf 2020 wordt deze verlaging ingevoerd, die uiteindelijk in vier jaar tijd oploopt tot 5%.

Terugkerende meldingen - startersleningen
Een aantal meldingen kwam jaarlijks terug. Daarvan is afgesproken ze structureel in de begroting te verwerken. Eén van deze meldingen betrof startersleningen.

GF financieel effect meicirculaire
Het resultaat van de meicirculaire over het gemeentefonds is bijgesteld. Dit heeft vooral te maken met een advies van de provincie dat wij half augustus ontvingen over de raming van de onderuitputting van het BTW-compensatiefonds.
Om dit goed te kunnen toelichten, is hieronder een uitgebreide toelichting opgenomen die ook ingaat op de techniek van het btw-compensatiefonds en de relatie met het gemeentefonds.

Gemeenten kunnen betaalde btw op een aantal activiteiten claimen via het BTW-compensatiefonds (BCF). Het BCF en het gemeentefonds zijn gekoppeld. Wordt er een groter beroep gedaan op het BCF dan worden middelen overgeheveld vanuit het gemeentefonds, wordt er minder beroep op gedaan, worden de middelen uit het BCF toegevoegd aan het gemeentefonds.

Vanaf volgend jaar  verandert de administratieve verwerking van deze overheveling.  Voorheen werd in de meicirculaire een berekening gemaakt voor de volgende jaren. Vanaf 2019 wordt pas in de septembercirculaire van het betreffende jaar een eerste berekening gemaakt. Feitelijk  wijzigt alleen het moment van verwerking van de ruimte onder het plafond BCF in de algemene uitkering; dit heeft geen gevolgen voor de uiteindelijke omvang van het gemeentefonds.

Omdat de uiteindelijk omvang niet verandert, is op dit onderdeel in eerste instantie de raming van vorig jaar aangehouden. Op 15 augustus ontvangen wij een advies van de provincie over het bepalen van het bedrag dat opgenomen mag worden voor onderuitputting van het BTW-compensatiefonds. Deze benadering levert een hogere raming op in de jaren 2019, 2020 en 2021 van respectievelijk € 2,1, € 1,4 en € 0,7 miljoen. In het laatste jaar was dit € 0,1 miljoen nadelig.
De provincie geeft verder aan dat er een mate van risico schuilt in de raming van de onderuitputting . Zij adviseert dit te betrekken bij de risico’s. We hebben daarom hiervoor een risico opgenomen. Dit risico maakt onderdeel uit van het risicoprofiel zoals dit is beschreven in Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing: risico's.
Daarnaast bleek in de laatste jaarschijf een correctie twee keer mee genomen te zijn, waardoor het budgettaire effect in 2002 € 9 ton hoger is.

GF reservering zorg en welzijn
 In het gemeentefonds zijn bijdragen opgenomen voor 'Abonnementstarief Eigen bijdragen Wmo', 'AmvB Huishoudelijke Hulp (Hogere loonschaal HH1)' en 'Volumegroei Wmo 2015 en volumegroei HH–tranche 2019' (zie hiervoor de toelichting bij het programma Welzijn, Wijkontwikkeling en Zorg). Deze bijdrage zijn gereserveerd in het gemeentefonds. Doordat deze bijdrage nu ten gunste van het programma vrijvallen valt de reservering vrij.

GF taakmutaties
De taakmutaties reserveren we zodat we kunnen afwegen of de taakmutatie vrijvalt ten gunste van het beleidsveld of beschikbaar komt als algemeen dekkingsmiddel. In deze begroting laten we een tweetal taakmutaties vrijvallen ten gunste van het programma Werk en inkomen (betreft schulden en armoede en de bijstelling op de taakmutatie armoedebestrijding onder kinderen). De taakmutatie participatiebudget reserveren we vooralsnog.
De taakmutatie Basisregistratie personen betreft een korting vanwege het gebruik van de landelijke voorziening. We stellen voor deze korting ten laste van het begrotingssaldo te brengen.

Begrotingseffecten en OZB inkomsten
Jaarlijks stellen we de verwachte OZB inkomsten bij op basis van de verwachte ontwikkeling van de woningaantallen. Voor de OZB inkomsten van niet -woningen gaan we uit van een stijging van het areaal met € 100 miljoen. Voor een deel worden deze inkomsten gebruikt om extra investeringsruimte te creëren. Dit zijn de twee regels 'begrotingseffect toevoeging kapitaallasten'. Een ander deel wordt ingezet om de onderhoudsbudgetten binnen openbare ruimte aan te vullen vanwege de toegenomen areaalontwikkeling.

Treasury aanpassing rekenrente
Het BBV schrijft voor dat de rekenrente, die wij in de begroting hanteren, in lijn moet liggen met de werkelijke rente die wij betalen over de gelden die wij lenen. Meerjarig is de rente op een nog steeds historisch laag punt, waardoor steeds meer leningen die wij afsluiten of herfinancieren een laag rentepercentage kennen. Dit betekent dat wij ook onze rekenrente moeten verlagen. Wij kiezen ervoor om de rekenrente vast te laten stellen op 1,25 % met de verwachting dat we dit percentage de komende jaren kunnen hanteren.
In lijn van de rekenrente is de feitelijke te betalen marktrente de komende jaren laag. Dit betekent dat we minder ruimte nodig hebben voor de herfinanciering van leningen. Een ander effect is dat door de lagere rekenrente ook minder toegerekende rente wordt toegevoegd aan de saldireserve.

Treasury: doorwerking verlaging rekenrente op riooltarief
Een deel van het voordeel van een lagere rekenrente werkt door in het riooltarief, dat hierdoor verlaagd wordt. Dit effect is berekend op structureel € 150.000.

Verruiming investeringsruimte met € 20 miljoen
In deze Stadsbegroting leggen we uw raad een groot aantal nieuwe investeringen voor. Inclusief de investeringen die in het coalitieakkoord zijn opgenomen omvat het voorstel ruim € 51 miljoen aan nieuwe investeringen. Dit totaal is € 20 miljoen meer dan de beschikbare  investeringsruimte.  Wij vinden deze investeringen dermate belangrijk dat we voorstellen in de programmabegroting structureel € 1,25 miljoen kapitaallasten vrij te maken. Hiermee creëren we   € 20 miljoen extra investeringsruimte.

Doorrekenen uitgangspunten
Bij het doorrekenen van de uitgangspunten voor de nieuwe begroting blijkt een nadelig effect van € 2 tot € 3 ton per jaar ten opzichte van eerdere inschattingen. Belangrijke oorzaak is de prijspeilaanpassing. Deze valt uiteindelijk hoger uit.

Lasten, baten en saldo

x 1 miljoen

Lasten

€ 28

3,5 %

Baten

€ 513

63,2 %